Natuurlijk is er niet echt iets mis met een kant en klaar pakje om zo een monchoutaart te maken. Maar ik heb toch het idee dat een taart zonder zo'n standaard mix nèt wat authentieker smaakt. De meeste mensen kennen de monchoutaart met daarop kersen. Maar kersen kunnen mijn gezin niet bekoren, dus zo ontstond dit recept.
Om te beginnen leg je op de bodem van een springvorm (26 cm) bakpapier. De bastognekoeken moet je verkruimelen. Echt goed fijn maken. Ik doe ze in een schone theedoek, je kunt er dan overheen rollen met een deegroller. Zelf vind ik het eenvoudiger met de achterkant van een lepel of met mijn hand. In een beslagkom kun je de laatste eigenwijze brokjes bastogne nog te lijf gaan met de lepel. De roomboter smelten in de magnetron en vermengen met je bastognekruimels. In de springvorm verdelen en aandrukken met een lepel. Tien minuten in de koelkast om stevig te laten worden. De witte chocolade smelten door au bain marie te verwarmen of in de magnetron te doen. Pas op dat het niet te heet wordt. De gesmolten chocolade met een plastic spatel verdelen over de bastognebodem.
Uiteraard mag je pas de monchou laag erop doen als de chocolade is afgekoeld. De monchou roomkaas loskloppen met een mixer met deeghaken. De basterdsuiker toevoegen. De slagroom in een andere kom kloppen met vanillesuiker en een zakje klopfix. Dat laatste zorgt voor genoeg stevigheid, anders loopt je monchoutaart uit als je hem wilt serveren. Met een plastic spatel de slagroom door de monchou mengen. Het is handig om eerst de helft goed te mengen en dan de rest erbij. Anders kan het soms klonterig worden en uiteraard willen we dat niet! Je kunt de monchou laag nu bovenop de bodem strijken. Zorg ervoor dat de laag overal ongeveer even hoog wordt. Zet de taart in de koelkast als je de gelei gaat maken. Dit keer koos ik voor mango en frambozen als fruit. Dat kun je vervangen door bijvoorbeeld aardbeien of bosvruchten als dat je lekkerder lijkt. Ik had diepvries frambozen en verse door elkaar. Dat maakt dus niets uit. Ook de mango kwam dit keer uit de diepvries, maar vers kan dus net zo goed. De mango met een staafmixer tot puree maken. De frambozen in een steelpannetje op niet te hoog vuur verwarmen en zacht laten koken voor een paar minuten. Met een pollepel het fruit fijn maken. De mango erbij doen, net als de honing. Dan het fruit zeven met een grote zeef, omdat je anders erg veel pitjes hebt van de frambozen èn je krijg een gladdere gelei. Het zeven moet je een beetje helpen door met de lepel door te zeef te duwen. Ook aan de onderkant moet je de gepureerde vruchten eraf halen. Als je alles hebt verzameld, dan opnieuw verwarmen. Een paar lepels ervan bij het taartina poeder doen zodat je een papje hebt. Het papje bij de gepureerde vruchten doen ( van het vuur af) waardoor de gelei stevig gaat worden. Nog een minuutje zachtjes laten pruttelen. Dan de gelei een beetje af laten koelen, maar niet te lang anders krijg je het niet meer over de monchoulaag verdeeld. Het goed verspreiden van de gelei is iets wat je met beleid moet doen omdat het wat elastisch is. Bovendien kan de monchou erdoorheen komen, wat je niet wilt. Met een schone vinger kun je de boel nog het best manipuleren waar nodig. De taart laten afkoelen in de koelkast. Voordat je hem wilt gaan uitdelen, rasp je de witte chocolade met de grove kant van de rasp. Zorg dat je chocolade goed koud is, anders plakt alles aan je vingers. Het versieren doe ik door steeds een beetje chocoladerasp tussen duim en wijsvinger te nemen en rustig te strooien.
Geniet van het maken, geniet van het opeten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten