Deze hoeveelheid is voldoende voor 2 personen. Ik maakte deze gehakttaart in een boterkoekvorm.
Nodig:
Vloeibare boter
4 plakjes bladerdeeg
450 gram rundergehakt
Peper en zeezout
125 gram hamblokjes
1 rode ui
Halve paprika
2 tenen knoflook
mespunt sambal
1,5 eetlepel ketjap
1 theelepel gembersiroop
Beetje ve tsin en laos
7 eetlepels gebakken uitjes
3 eetlepels seroendeng
2 eieren
50 gram kwark
Vet de boterkoekvorm in met wat boter. Warm de oven voor op 200 graden. Klop de eieren los met de kwark en een halve eetlepel ketjap. Doe hier ook wat peper en zout in. Dit mag nu even aan de kant. In een koekenpan met wat boter bak je de gehakt rul met peper en zout. Laat ondertussen de bladerdeegplakjes ontdooien. Snij de ui en paprika fijn. Pers de knoflook bij het gehakt. Voeg de ui en paprika toe als het gehakt bruin is. Breng het gehakt op smaak met sambal, 1 eetlepel ketjap, de gembersiroop, wat ve tsin, laos en 2 eetlepels gebakken uitjes. Roer de hamblokjes erdoor. Maak een taartbodem door wat te passen en meten met de bladerdeegplakjes. Zorg wel dat de naden goed vastzitten. Op de bodem strooi je de seroendeng. Dat is geroosterde kokos met pinda's. Hierop gaat het gehaktmengsel. Hierover strooi je nog 5 eetlepels gebakken uitjes. Giet hierover het eimengsel. Zet deze Oosterse gehakttaart in de oven en leg er losjes een stuk aluminiumfolie over. Zo voorkom je dat je gehakt droog wordt aan de bovenkant. Ik deed het pas later, maar ik denk dat het beter is om meteen te doen. Na ongeveer een half uur in de oven, is je gerecht klaar. Lekker om samen met een salade te nuttigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten