Dit is een heerlijk zomers taartje met een frisse smaak! Het recept is voor 5 kleine taartjes, gemaakt in 1 persoons vlaaivormpjes. Eerst maak je sinaasappelsaus. Boen 1 van de sinaasappels goed en rasp de schil. Doe de sinaasappelschil in een steelpannetje. Pers de sinaasappels uit en doe dit ook in het pannetje. Zet het op zacht vuur en doe er de honing en kristalsuiker in. Breng dit aan de kook, roer af en toe en laat zachtjes inkoken. Dat kan wel een kwartier duren. Als je voelt dat het steviger wordt, mag het vuur uit en laat je de sinaasappelsaus afkoelen.
Nu ga je aan de slag met de bodem van het taartje. De oven mag je voorverwarmen op 160 graden. Mix de 100 gram roomboter zacht met de 80 gram witte basterdsuiker. Als het goed vermengd is, mag het ei erbij. Mix opnieuw. De gemalen amandelen en het zelfrijzend bakmeel gaan erin en mix tot een stevig beslag. Voeg de 4 eetlepels magere melk (mag ook gewone hoor, maar ik heb magere gebruikt) toe zodat het beslag wat soepeler is. Vet de vlaaivormpjes goed in met wat vloeibare boter en een kwastje. Als je het vervolgens bestrooid met een beetje bloem, wat verdeeld en het overschot er afschudt, heb je minder risico dat je cakebodem vast blijft plakken straks. Verdeel het beslag in gelijke delen over de vlaaivormpjes. Verdeel het goed en maak het glad met een spatel. Met ongeveer 18 minuten in de oven zijn de amandelcakebodempjes klaar. Even laten afkoelen en dan voorzichtig uit de vormpjes halen. Geheel laten koelen op een rooster. Je maakt de taartjes nu pas af als je ze gaat serveren. Op de bodem gaat een mix van sinaasappelsaus met de crème fraîche. Per taartje is dat 1 eetlepel sinaasappelsaus en 1 eetlepel crème fraîche, dus gelijke delen. Verdeel over de bodem. Maak de aardbeien schoon door de kroontjes eraf te snijden en ze te wassen. Snij in stukjes en maak hiermee je taartje af. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om het af te maken met een dot slagroom. Maar je mist het niet als je het een keer zonder doet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten